dinsdag 26 mei 2009












zondag 10 mei 2009

wow! pow wow





Het moederdagweekend is al jaren ook het weekend van de Stanford Pow Wow, dit jaar 8-10 mei. Een pow wow is een bijeenkomst van Noord-Amerikaanse Indianen, om samen te zingen, dansen, informatie uit te wisselen. Deze is 'de grootste door studenten georganiseerde powwow in de VS'. Er zijn Indianen van diverse stammen. Een powwow kan vijf of zes uur duren, of een paar dagen en deze begint op vrijdag en duurt tot en met zondag 8-10 mei. Er zijn veel standjes waar prachtige spullen verkocht worden: heel veel sieraden, zilver, vaak met overwegende turkoois-kleurige stenen, t-shirts, tassen en tasjes, dekens, kleden, kinderkleding -schattige kleine meisjesjurkes, wit met een geborduurde bloemenrand-, muziekinstrumenten, beursjes, riemen - van alles en nog wat. Ook Indiaans eten zoals buffalo-burger en Indiaanse taco's: rijst, bonen, stukjes tomaat, sla en geraspte kaas op wat tegen wil en dank een typisch Indiaans broodje is geworden: fry bread: de Indianen die nog over waren werden in reservaten gestopt die waren opgezet op de meest onvruchtbare stukken land, wat betekende dat ze niet meer hun eigen groenten konden verbouwen om in hun eigen onderhoud te voorzien. Ze kregen zakken meel van de overheid, waar ze broden van gingen bakken, en dat is het fry bread. Een soort platte, heel licht-gekleurde oliebol.

We zijn er gister vrijwel de hele dag geweest en waren enorm onder de indruk.
Toen ik met de jongens aankwam -de kleintjes bedoel ik, Erwin was erg laat terug van de 130-kilometer lange fietstocht- werden we verrast door allerlei prachtig uitbundig gekleurde kostuums en veren. Overal liepen Indianen rond in min of meer traditionele kleding. Sommige kleuren waren zo fel, dat was duidelijk synthetisch, vooral de kinderen leken te hebben gekozen voor zuurstok-roze, hardgroen en citroen-geel etc. De traditionele ontwerpen hadden vaak ook nog een andere moderne touch, zoals een in kralen ingeregen naam of woord ('rock'). Veel veren, zoals gezegd, zowel in bruin-tinten als papegaai-rood en kanarie-geel, en ook koppen en klauwen van vogels zagen we, en diverse bontjes met kopjes eraan, waarvan we ons ernstig afvroegen of dat echt was?
Franje was er ook, aan mouwen en broekspijpen, en sommige stammen hadden veel kraaltjes verwerkt in hun kostuums, van die hele kleine kraaltjes waarvan we vroeger kettingen regen, allerlei verschillende kleuren door elkaar aan visdraad. Hier waren ze op stof gestikt, in de meest heldere kleuren en met de meest fantastische afbeeldingen. Iemand droeg een vestje dat werkelijk volledig geborduurd was met die kleine kraaltjes, er waren ook figuurtjes van kralen op kleding gestikt, kralen-tasjes en bij de standjes waren kralen-souveniers te koop, zoals beursjes en sleutelhangers. Veel lange zwarte vlechten, of grijze, bij de oudjes.
Kleur, kleur, overdaad aan bewegende, zwierende kleuren!
En dan de muziek: de hartslag, de voortdurende hartslag van trommels, soms met zingen erbij.


We hebben eerst op ons kleedje wat gegeten -boterhammen met chocopasta en heuse la vache qui rit-smeerkaas, salade en water- want de jongens 'stikten van de honger'.
Ik raakte in gesprek met een meisje dat naast ons zat, nadat ik aan haar metgezel namens de jongens had gevraagd of hij wel 'een echte Indiaan' was. Ze twijfelden eraan, ondanks zijn prachtig zwart-witte kostuum en het feit dat de onderste helft van zijn gezicht helemaal zwart was, en zijn prachtig, diep-zwarte lange haar.
Het meisje vertelde: zij komt van een stam drie uur ten noorden van ons. Zij weet niets van haar geschiedenis. Het is heel lang verboden geweest voor Indianen om hun rituelen uit te voeren, om hun eigen taal te spreken, kortom, om hun cultuur te leven en door te geven. De stam waarin zij is opgegroeid heeft daar gehoor aan gegeven. Haar grootmoeder is zo bang gemaakt dat ze deze kleindochter zelfs nu nog niets wil vertellen.
Langzamerhand, onder andere via haar vriend met wie ze daar was, leert ze over haar stam.
Dit meisje was opgegroeid in een reservaat dat zo klein was, dat de regering bepaald heeft dat het geen apart reservaat meer was met als gevolg dat ze nu midden in een stad wonen. Zij heeft nog wel haar 'landcontract', het contract waar op staat dat een bepaald stuk land van haar is.
Haar vriend is opgegroeid in een reservaat van duizenden hectares groot, waar duizenden Indianen wonen. De onderdrukking is nog maar zo kort geleden: zijn moeder ging toen ze jong was stiekum naar illegale ceremonies van haar stam. Overigens worden Indianen nu nog steeds gediscrimineerd, juist in het zuiden waar dit reservaat ligt. De stammen hier hebben dus hun cultuur kunnen behouden door deze ondergronds toch levend te houden: de jongen spreekt de taal van zijn volk en ze hebben hun kostuums en gebruiken.

Natuurlijk hebben wij hier ook moederdag gevierd. Van Tjerk en Hidde kreeg ik een zelfgemaakte kaart en een door hen geverfde magneet (ja, voor op die enorm grote koelkast, dat klopt). En van Erwin, en de jongens, kreeg ik een mooie hangmat.

donderdag 7 mei 2009

weekend kamperen 25-26 april Jackson CA




Tot onze verbazing sliep Tjerk op zaterdagochtend 25 april lang uit. Wat bleek: hij voelde zich niet lekker, met hoofdpijn en buikkrampen. Tijdens zijn dutje daarna gingen Erwin en Hidde naar kantoor omdat Erwin daar nog iets moest regelen en pakte ik de spullen en de auto in (hm, klinkt bekend). Nadat Tjerk monter en redelijk opgewekt, en met zin om te gaan kamperen, wakker was geworden, hebben we ook de kinderen ingeladen en zijn we vertrokken richting Jackson, een klein stadje op twee-en-half uur ten noord-oosten van ons, richting Lake Tahoe.
Ons doel was uiteindelijk het vlakbij gelegen Indian Grinding Rock State Historic Park. Daar gingen we kamperen met Peter en Bregt, Erwin's ouders, en oom Frans en tante Henny, die met z'n vieren door California trekken.
Onderweg moesten we een keer stoppen om Tjerk wat frisse lucht te geven en wat tijd op het toilet. Hij wilde het liefst weer terug naar huis, zo beroerd voelde hij zich, maar toen waren we al ruim twee uur onderweg.
We kwamen aan op een camping in het bos, wat prachtig is om te verblijven maar wat het lastig maakte om een vlakke plek te vinden voor de tent waar Erwin en ik in sliepen, terwijl de jongens weer in het bovenste bed in de camper mochten!
Terwijl ik even lekker in m'n eentje heb liggen lezen, gingen de mannen met pake en beppe en oom en tante op sjouw. Bomen, stenen en steentjes, grasveld en bal bleken voor Tjerk en Hidde allemaal interessanter dan de grinding rocks waar het park naar vernoemd is. Dat zijn grote platte stukken rots waar kleine en minder kleine kuiltjes ingesleten zijn door al die keren dat de vrouwen van de Indianen-stammen die in dit gebied gewoond hebben, hier hun granen en zaden hebben gemalen, te vergelijken met het gebruik van een vijzel.
We hebben lekker gegeten van mijn nieuwe succes-recept, behalve Tjerk die al in slaap was gevallen en dus helaas het toetje heeft gemist van marshmellows op een stokje boven het vuur dat Hidde en beppe Bregt met veel enthousiasme in de speciaal daarvoor bij elke kampeerplek geplaatste ijzeren ton hadden gemaakt. Echte 's mores waren het niet: we hadden wel de crackers erbij, de chocolade ontbrak. Maar wel lekker!

De volgende dag 26 april was het meteen bij het wakker worden al een prettige temperatuur. Na het ontbijt, terwijl de grote mensen afwasten en inpakten, wilden Tjerk en Hidde weer een fikkie stoken, natuurlijk. En beppe Bregt ook! Dus daar togen ze gedrieen het bos in om takken te halen, zangeresjes en denne-appels die ook lekker branden.


Na de koffie, thee en limonade zijn we naar het museum in het park gegaan. Daar was informatie, met foto's, over de geschiedenis en het leven van de Indianen in dit gebied. Hidde was snel uitgekeken, Tjerk bleef en had al heel snel het boren met de pompboor in de vingers, wat 'ie later trots aan ons liet zien.


Hidde vermaakte zich intussen bij een beekje.
Buiten waren tipi's en een verenigingsgebouw nagebouwd: prachtige houten constructies met balken, die Bregt deden denken aan de manier waarop de oude boerderij van haar ouders was gebouwd, en overdekt met boomschors.

In Jackson zijn we nog even door de winkelstraat gelopen: een authentieke 'western' straat, zoals je die in films ziet. Het deed ons wel een beetje aan Volendam denken en de authenticiteit was twijfelachtig: we zagen een mooie oude geval in aanbouw en dat leek gewoon een in de juiste vorm gezaagde houten plaat die aan de voorgevel van het huis was bevestigd.
Toen we van de parkeerplaats naar deze winkelstraat liepen, zagen we echt authentieke gebouwen: een rijtje huizen en voormalige (?) winkels die bijna op instorten stonden.

We zijn midden op de middag vertrokken, Peter en Bregt en hun reisgenoten naar de volgende camping en wij terug naar huis, waar we op tijd voor het avondeten weer aankwamen.