maandag 16 juni 2008

gevaarlijk

We hadden geen idee dat Amerika zo gevaarlijk was, of misschien moet ik het anders zeggen: dat zo veel dingen gevaarlijk zijn in Amerika. En dat de mensen hier zo bezorgd zijn, of meelevend, dat ze zich zo bekommeren om anderen.

In winkels kunnen veel gevaarlijke situaties ontstaan. Namelijk wanneer een kind in een winkelwagentje klimt. Of wanneer een kind naar buiten loopt om in de auto-die-voor-een-kwartje-beweegt-en-geluid-maakt te gaan zitten terwijl ik saai boodschappen doe. Dan is er meteen iemand die me waarschuwt: ‘je kind klimt in een winkelkarretje’, of, in het andere geval: ‘je kind is naar buiten’. Dan zeg ik dank je wel, en glimlach. En denk dat het daarmee klaar is. Soms voeg ik er nog aan toe dat het mocht van mij. En denk ik dat het daarmee misschien dan wel klaar is. Maar dan kijken ze me nog aan alsof ze iets van me verwachten, alsof ze willen dat ik iets doe.
In hoeverre kan ik hier verantwoordelijkheid nemen, of heb ik hier nog verantwoordelijkheid, over mijn eigen kinderen?

Nog in het appartement was Tjerk een keer met de ligstoelen bij het zwembad aan het spelen. Hij maakte een lange baan van de stoelen om te voorkomen dat hij in ‘het haaienwater’ zou vallen – overal zijn volgens Tjerk en Hidde haaien of krokodillen, daarom mag je bijvoorbeeld niet op de witte lijnen op de weg stappen of op de scheuren in het asfalt. Als je dat wel doet, wordt je opgegeten.
Iemand van het personeel zei me dat Tjerk maar moest ophouden met het spelen met de stoelen. Ik zei dat we alles uiteraard weer terug zouden zetten en dat ik het prima vond als hij over de stoelen liep en dat ik hem natuurlijk zou verzorgen als hij zich zou bezeren. Het bleek onvoldoende: de manager kwam om te zeggen dat dit soort gevaarlijke spelletjes echt verboden is. Ik verzekerde haar dat ik Tjerk zelf naar de dokter zou brengen en onze eigen ziektekostenverzekering aanspreken. Zo werkt het hier niet: als er hier op het terrein iets gebeurt, ook al is het geheel buiten hun schuld, gaat de verzekeringspremie omhoog. Californië heeft wat dit betreft zo’n beetje de meest rigide regels van alle staten. De manager zei ‘als mensen de lotto niet kunnen winnen, gaan ze ergens een claim indienen om rijk te worden’. Wat een land, wát een land.
En het wordt nog gekker want toen Erwin daarna een keer de jongens zocht om dat we gingen eten, vond hij ze op het dak! Het hek voor de trap die daar naartoe gaat is open en een hek of andere vorm van afscheiding ontbreekt.
Toen ik dat meldde, vertelde de manager dat ze bijna een jaar met de brandweer in discussie waren geweest over dat bewuste hek. De brandweer heeft zwart-op-wit verordend dat het hek ten allen tijde open moet zijn; er mag geen enkel slot op. De reden? Pure machtsuitoefening, aldus de manager.
Ik vond ’t heel bijzonder dat twee overheidsinstanties elkaar zo tegenspreken met hun regels op het gebied van veiligheid; het lijkt mij gevaarlijker dat de jongens zonder belemmering het dak op kunnen lopen dan dat Tjerk op een stoel staat.

Andere gevaren zijn er in het zwembad. Natuurlijk let ik altijd goed op mijn kinderen. ik lig wel eens een boekje te lezen maar kijk dan regelmatig even of ik ze nog zie. En ik heb hen goed geïnstrueerd, vind ik zelf, want als er met de één iets aan de hand is, dan roept de ander me. Ik let niet alleen op Hidde, ook op Tjerk. Die zou zich bijvoorbeeld kunnen verslikken, wat wel eens gebeurd is in het zwembad bij het appartement. Er kan van alles gebeuren in een zwembad en het ergste is dat mijn kind zou verdrinken, natuurlijk. Dus zorg ik er voor, voor zover het in mijn macht en mogelijkheden ligt, dat ik dat voorkom. Eén van de voorzorgsmaatregelen die ik hiervoor neem, is om Hidde z’n spierballen om te doen, de oranje-blauwe armbandjes die moeten worden opgeblazen en waarmee zijn hoofd boven water blijft en hij kan zwemmen.
Afgelopen week, op de tweede vakantiedag, gingen we voor het eerst naar het zwembad een paar blokken hier vandaan, in Menlo Park. De jongens gingen in het peuterbadje en waren heerlijk aan het spelen. Niets aan de hand, tot het moment waarop Hidde z’n bandjes om wilde omdat hij ‘onder water’ wilde zwemmen. Ik begon te op te blazen nadat ik ze om zijn armen had geschoven. De badjuffrouw kwam er aan en zei dat deze bandjes verboden zijn. Ik vroeg als volbloed Nederlandse naar het waarom van dit verbod. Haar antwoord: wanneer een ouder een kind dit soort bandjes om doet, let de ouder niet meer op en kan het kind verdrinken. Ik was echt een beetje boos om de suggestie dat ik - en mij met alle andere ouders - zo weinig verantwoordelijkheidsgevoel zou hebben. Ze zei dat het nou eenmaal een regel was. Van het Rode Kruis, nota bene. Een andere moeder die dezelfde instructie had gekregen, zei sorry en deed de bandjes af. Kennelijk is het hier ongebruikelijk om naar het waarom van ge- en verboden te vragen. Erwin zegt weleens dat het hier in dat opzicht nogal Duits is: regels zijn regels.
Later vroeg Hidde nogmaals om zijn bandjes en de badmeester die inmiddels de wacht had overgenomen van zijn collega, liet het gebeuren.
Toen we in het diepe gingen deed ik ze toch maar weer om. Een ander kwam naar me toe om me nogmaals de bandjes te verbieden. De reden die hij opgaf is dat ze af kunnen glijden en dat het kind dan kan verdrinken. Aaaaargh! Ik zei nog dat ik die dingen al zes jaar gebruik, dat ik dat nog nooit heb meegemaakt en dat ik ook nog nooit heb gehoord dát deze bandjes ooit afgezakt zijn en daardoor een kindje is verdronken. Verloren zaak natuurlijk, wat een onzin om iets terug te zeggen. Regels zijn regels. Ik vroeg: ‘En dan?’ Hij leek z’n schouders op te halen en mompelde iets. Gelukkig hadden we twee drijfbandjes bij ons waarvan slechts de ene lek was (echt waar, da’s geen geintje), dus Hidde kon lekker in de hele drijven. En natuurlijk ben ik bij hem gebleven.
Maar goed, jullie zijn gewaarschuwd, aan mij heeft het niet gelegen.

Verder voel ik me toch verplicht om jullie Nederlanders te laten weten dat fietsen heel gevaarlijk is. Bijna net zo gevaarlijk als rennen, of even gevaarlijk. Of misschien zelfs gevaarlijker, maar dat weet ik nog niet.
Fietsen is zelfs zo gevaarlijk, dat je in een dorp als Menlo Park, waar meer auto’s rijden dan in Werkhoven maar veel rustiger en waar automobilisten in zo’n wijde boog om fietsers heen sturen dat ze op de andere weghelft, waar toch geen verkeer is, terecht komen – als ze de fietsers zien tenminste want bij het rechtsaf slaan moeten de automobilisten hier nog leren om over hun schouder te kijken om te zien of er misschien een exotisch verschijnsel als ‘fietser’ aankomt (Erwin is al gesneden, ik heb een paar keer dergelijke situaties gezien en zelfs Tjerk is een keer bijna platgereden door een vrouw die ons vlak daarvoor inhaalde; haar reactie was dat hij ook wel heel erg hard ging. Ja, hallo, we hebben het hier over Tjerk, mevrouw, onze race-Tjerk! En wist u al dat alle fietsers hard gaan, veel harder dan u denkt? Het was werkelijk een hopeloze missie hoewel ik nog wel heb gezegd dat ze voortaan over haar schouder moest kijken) – zo gevaarlijk dus, dat je ook als volwassene altijd en overal een helm moet dragen.
Het is als volgt: kinderen tot 18 jaar moeten een helm op. Maar volwassenen, als ik hier in bovengenoemde situatie een helm op moet, dan moeten jullie het ook in Friesland, Naarden, Werkhoven, Midden-Beemster, een slaperige Groningse buitenwijk en andere plaatsen in Nederland. Op de gewone fiets, met kinderzitjes voor- en achter op, in slakkengang met de jongens naast me. De man die zei dat ik toch ook echt een helm op moest, bleef maar aanhouden. Ik maakte een grapje door te zeggen dat ik ouder dan 18 was en bedankt voor het compliment. Hij ging door en had het er over dat mijn hoofd veel harder is dan dat van mijn kinderen. Ik beaamde dat ik inderdaad stubborn ben. Hij volhardde. Ik dacht dat hij een beetje kierewiet was maar hij zei dat hij een para-medic was, die echt de meest vreselijke resultaten van fietsongelukken had gezien. Een zeer begaan type, zou je kunnen zeggen. Ik vond het vooral een doorzeurende bemoeial.

Ook kartonnen dozen leveren de nodige gevaren op. Je kunt er boodschappen in doen (waar ze hier nog niet opgekomen zijn; als ik om een doos vraag met die bestemming, raken ze altijd helemaal in de war), je kunt er spullen in doen om te verhuizen of om op zolder of in de garage te zetten, je kunt er een bioscoop van maken als je een getalenteerd knutselaar bent (zoals Tjerk’s vriendinnetje L), of je kunt er natuurlijk gewoon in gaan zitten en doen alsof het een boot is, of een race-auto, of een huis. Of gewoon doen dat het een doos is en dat je in een doos zit. Hidde deed dit laatste een keer in een winkel: hij zat in een kartonnen doos en die doos stond op de grond. Hij zat en kletste tegen mij. En wat zei de winkelmedewerkster die langs liep en dat zag: dat hij uit de doos moest gaan omdat het gevaarlijk was! Zo verbaasd als toen ben ik zelden geweest. Ik kan me na dit soort incidenten wel voorstellen dat ik nog weer eens zo verbaasd zal worden, eerlijk gezegd.
Op een kinderfeestje (waarover elders meer) ontmoette ik een Amerikaanse die net terug was van een paar jaar Zwitserland. Zij merkte op dat de Zwitsers zich zo enorm konden bemoeien met anderen en –let op- dat de Amerikanen dat nooit zouden doen. Ik noemde de voorbeelden van de kartonnen doos en de man die doorzeurde over mijn ontbrekende fietshelm en beide dames met wie ik in gesprek was vonden dat ook wel erg ver gaan.

Hartelijk zijn ze, spontaan en behulpzaam. En bemoeizuchtig, die Amerikanen! En living on the edge, dat heb ik nu wel in de gaten; dagelijks trotseren ze manmoedig vele gevaren. Dat zal hun pioniers-verleden wel zijn, het avonturiersbloed dat door hun aderen stroomt.
Tegelijkertijd kunnen ze bij wijze van spreken hun eigen schoenveters nog niet vastmaken, ze zouden een ander nog de schuld geven als ze over hun eigen voeten struikelen. En dit is een interessante paradox: enerzijds zijn de Amerikanen (die natuurlijk niet bestaan, elke Amerikaan is weer anders dan de andere) erg individualistisch, wil hij veel zelfbeschikkingsrecht en eigen keuzes kunnen maken, anderzijds zijn er zo veel regels en worden de kinderen enorm beschermd, zozeer dat het hun bijna onmogelijk wordt gemaakt om te leren voor zichzelf op te komen, ruzie te maken, grenzen af te bakenen – al die sociale vaardigheden die Nederlandse kinderen in de zandbak leren terwijl de ouders op de rand met elkaar kletsen en af en toe even kijken of er geen bloed vloeit, bij wijze van spreken. Ik zet mijn onderzoek van harte voort, na de vakantie meld ik me zeker weer aan als klasse-hulp op de nieuwe, blanke school van Tjerk, die veel academischer en competitiever is dan de hispanic school waar hij Kindergarden op gedaan heeft. Ik houd jullie op de hoogte.

uitstapjes en activiteiten

logees!
Een dag voordat mijn ouders zouden komen, belde Erwin me om te zeggen dat mijn vader in Washington* in het ziekenhuis lag en dat ze niet kwamen. Wát?! Dat was nogal veel. Gelukkig had hij het telefoonnummer van het hotel waar ze met mijn oom en tante verbleven, dus ik belde hen meteen op. Maar niets is wat het lijkt in Amerika: we bleken geen internationale optie gekozen te hebben bij ons abonnement. Ik belde naar AT&T om die onmiddellijk aan te vragen, maar zo gaat dat hier helemaal niet in Silicon Valley. Bovendien moest ik dan eerst ook nog een long-distance optie nemen. Was die nou 2 of 1 dollar per maand? En hoeveel moest ik dan alsnog per minuut betalen? Ik had met drie mensen gesproken die elk iets anders zeiden. Om gek van te worden. Ik voelde me wel even heel vertrouwd, het deed me erg denken aan diverse Nederlandse instanties.
Gelukkig hadden onze Franse buren wel de internationale variant en mocht ik bij hen, of liever, met hun telefoon in onze eigen tuin – hoe luxe – naar mijn ouders bellen. Vanaf het moment dat wij zelf internationaal konden bellen, de volgende ochtend om half 8, heb ik dat in de daarop volgende dagen regelmatig gedaan. uiteindelijk kwamen mijn ouders een paar dagen later gelukkig toch. Ik was in eerste instantie natuurlijk geschrokken van het bericht dat mijn vader in het ziekenhuis lag – raar gevoel ook dat ze in hetzelfde land zijn maar toch heel ver weg, in een andere tijdzone – en ik merkte ook teleurstelling over het feit dat ik m’n huis niet kon laten zien, de buurt, Tjerk z’n school, hoe wij hier wonen en leven. Ik realiseerde me toen pas hoe ik er naar uitgekeken had om iemand rond te leiden in mijn/ons nieuwe leven: dit is het, zou ik trots kunnen zeggen. Zo gaat het, hier wonen we, dit is hoe we het doen. Want tot op dat moment was er niemand geweest die had gezegd hoe leuk het allemaal wel niet was.
M’n vader had een infectie aan z’n been en moest rustig aan, dus dat hebben we ter harte genomen. De dag van hun aankomst was ook nog bijzonder om een andere reden: het regende een paar druppen! Overigens bleef het in de dagen dat ze hier waren fris en kil. We hebben wel een paar keer buiten kunnen eten, maar met vesten en truien aan. De running gag van hun verblijf ging dus over het weer, dat ik steeds had gezegd dat het hier ‘altijd lekker weer’ was en hoezo dan.
We hebben een rondje bossen, bergen en oceaan gedaan: door de bergen naar Santa Cruz en langs Highway 1, parallel aan en met uitzicht over de Pacific Ocean, via Half Moon Bay weer terug naar de bewoonde wereld. Natuurlijk zijn we ook een dagje naar San Francisco geweest en we hebben op Tjerk z’n school en in de klas gekeken en hier in de buurt een beetje rondgefietst en op een terrasje gezeten. Erwin en ik zijn eindelijk samen uit eten geweest, wat een feest zo zonder kinderen en het bijbehorende gedoe.
Helaas moesten pake Jelle en beppe Afke na vijf dagen al weer terug, maar we vonden het allemaal erg leuk dat ze toch gekomen waren.
*ze hadden al een vakantie naar Ijsland met tussenstop in Washington geboekt ver voordat wij zelfs maar het idee hadden om in het buitenland te gaan wonen.

Inmiddels hebben we meer logees gehad: Tijmen S, die ik in Nederland weinig zag maar bij wie ik al m’n hele leven lang in de familie ben, kwam langs. Erg leuk om zomaar een avond met hem te zitten kletsen, biertje en lekker ouwehoeren.
Dat mis ik wel, dat ik in Werkhoven bij iemand langs kan fietsen om thee te drinken of met vriendinnen gaan eten. Dat we bij mensen langs kunnen gaan die we al jarenlang kennen, met wie wij en de kinderen vertrouwd zijn en andersom en waar we onderuit op de bank onszelf kunnen zijn.

kinderfeestje
We hebben ons eerste kinderfeestje gehad! Het was achteraf gezien best gevaarlijk (sorry, ik kon het niet laten). De mensen bij wie het was hadden snel nog een groot speeltoestel in de tuin laten bouwen: een huisje waar je op kon komen via een ladder of een wand met klim-elementen waar je je met je vingers en tenen aan vast moet haken en waar je vervolgens af kon via een glijbaan of heel spectaculair via een kabelbaan met niet meer dan een handvat waar de kinderen met twee handen aan moesten hangen. Op het grasveld lag een nog plat opblaasgeval; wat in ieder geval duidelijk was was dat het groot kon worden. Toen we binnen kwamen speelde een man op een soort holle trommel waar hele mooie, zachte en heldere tonen uit kwamen (nee, geen prijsvraag voor de naam van dit instrument want ik zou niet weten wie er heeft gewonnen). Tjerk en Hidde gingen gewoon spelen en ik ging met mensen praten en vroeg me tegelijkertijd af wat er zou gaan gebeuren. Toen ik dat vroeg kreeg ik als antwoord dat dit een zeer on-Amerikaans kinderfeestje was. Bij de meeste feestjes wordt de hele horde in een paar auto’s geleden en meegenomen naar een lokatie waar de kinderen vermaakt worden. Ook leuk en on-Amerikaans was een feestje wat een van de moeders met wie ik sprak had gehouden. Zij had een kleine kinderboerderij in haar tuin laten inrichten, waar de kinderen de dieren konden aaien en vasthouden. Op het feestje waar ik over kinderfeestjes in gesprek was geraakt, was inmiddels het buffet gebracht: schalen met taco’s, burrito’s en andere lekkere hapjes. De drankjes in de koelbox en emmers met ijs hadden we al gevonden: fris, flesjes water en een paar flesjes bier en witte wijn. Terwijl ik opschepte hoorde ik buiten een hoop kinderlawaai: de glijbaan-springkussen was opgeblazen! Zo ging het feestje door. Aan het eind werd de taart opgediend en aangesneden, werden we bedankt voor onze komst en mochten we nog een feest-cdtje meenemen. Vreemd voor ons is dat de kadootjes pas worden uitgepakt wanneer de gasten zijn vertrokken. Vandaar dat we er een felicitatiekaart op moesten plakken met onze eigen naam erop (ik had me goed voorbereid door een beetje rond te vragen en hoorde toen dat de prijzen waarvoor mensen een kadootje kopen, stad- of zelfs wijkgebonden zijn). Het schijnt dat je naderhand een bedankkaartje krijgt waar ook op staat hoe leuk ze het kadootje vinden.

waterpark
In het gebied waar wij wonen zijn veel parken waar prachtige speeltoestellen staan. Een tijdje geleden nam iemand uit school ons mee naar een waterpark: daar is een klein terreintje waar fonteintjes uit de grond komen, met onregelmatige intervallen en steeds een andere kant op gericht. Heerlijk met dat hete weer en eigenlijk veel leuker dan onder de tuinslang omdat er daar veel kinderen bij elkaar zijn. Ik hoorde twee ouders praten over het water; ze vroegen zich af of het hergebruikt werd omdat hun kinderen het wel eens in hun mond kregen of er zelfs van dronken. Het zou mij logisch lijken om het her te gebruiken: water is hier enorm schaars. We kregen onlangs een folder van de gemeente: It has been another dry winter – Please help us to conserve water!, met allerlei tips om het waterverbruik met 10% te reduceren. Deze ouders dachten vooral in het belang van hun kinderen en hoopten er van uit te kunnen gaan dat er steeds schoon water uit de fonteinen kwam. Ik moet hier af en toe denken aan de vakantie op Curaçao zo’n twintig jaar geleden waar mijn nichtje vertelde dat alleen rijke mensen gras in de tuin hadden omdat schoon water daar enorm duur was (is?). Toch gek eigenlijk dat ze hier nog niet de wc’s met halve spoelknop hebben ingevoerd, zoals die al jaren in Nederland te krijgen zijn, of de waterbesparende douchekoppen. En zonnepanelen zouden het hier uitstekend doen maar die zie je nog maar zelden. Wat milieumaatregelen betreft is een aantal winkels/winkelketens nu zo ver dat ze promoten dat mensen hun eigen boodschappentas meenemen. Een paar van deze winkels hebben de plastic zakken verbannen; daar kun je alleen nog stevige boodschappentassen kopen – alles is relatief, ze zijn half zo groot en half zo stevig als de supermarkttassen die je in Nederland kunt kopen maar mensen doen hier ook maar heel weinig in één tas, volgens mij, het lijkt of ze liever acht kleine ‘markt plastic tasjes’ hebben, van die ritselgevalletjes, dan één stevige tas. Soms lukt het me om een doos te pakken te krijgen in een winkel en dan vraag ik de inpakker om alle flessen daar in te doen. En dan blijkt dat slechts de helft van de flessen er in zit, de andere helft is lichte spullen en de tweede helft van de flessen zit toch weer in plastic zakjes. Rare jongens, die Amerikanen.
Gelukkig wel heel vrolijk, behulpzaam en vriendelijk. We worden ook na drie-en-halve maand nog steeds welkom geheten en toen we afgelopen zaterdag iemand antwoordden (ze blijven vragen ‘Where are you from?’) dat we uit the Netherlands kwamen, begon hij zowaar over voetbal.

met de trein
We waren afgelopen zaterdag in Felton, een klein dorpje dat tegen de beboste bergen aan ligt. Vlak buiten Felton is een oud station vanwaar je dagelijks ritjes met oude treinen kunt maken over de Roaring Camp Railroads. De Steamtrein uit 1890 maakt een ronde door de Bear Mountains, de Beach Train rijdt naar Santa Cruz en terug. Wij hebben de bergrit gedaan en vonden het erg leuk en indrukwekkend. Net als het treintje naar Macchu Picchu maakt ook deze stoomtrein een paar zig-zaggen om omhoog te gaan omdat het te steil en te krap is om bochten te maken. Onderweg staan platforms waarop tijdens de Halloween-rit allerlei figuren staan. Er zijn ook speciale Santa Claus- en Paashaas-tochten en ook kun je, zoals in het laatste weekend van juni, een kaartje kopen voor Great Train Robberies. Nieuwsgierig?: http://www.roaringcamp.com/

bedelaars, maar dan anders
Vandaag naar University, de hoofdstraat van Palo Alto, gefietst. Ik moest een nieuw badpak en de jongens nieuwe tandenborstels. We hebben ook nog een lekkere grilled cheese sandwich (tosti) gegeten in het University Cafe. University is een smalle straat met aan weerszijden parkeerplaatsen langs de stoep en vooral veel winkels, cafeetjes en restaurants in diverse smaken. Vorige week hebben we gegeten bij een prachtig originele diner een blok achter University: zitjes met donkerrode skai-bekleding en formica tafeltjes. Veel hamburgers op het menu en achterin in een vitrine grote taarten, waarvan de chocolate-cake er zeer aantrekkelijk uit zag. De jukebox was helaas defect maar een volgende keer gaan we die zeker spelen.
Op een van de hoeken van University stond een keurig geklede man met klembord en kaartje aan zijn overhemd. Hij is docent aan een Highschool en vraagt geld voor een ex-collega die arbeidsongeschikt is geraakt. Ik wilde er over nadenken en zei dat we later nog langs zouden komen. Toen we weer in zijn richting liepen zag ik op de bankjes achter hem vier daklozen zitten. Vlak bij een winkelkarretje met een enorme stapel spullen er in en plastic zakjes er aan. Ik had al m’n twijfels over geld geven voor arbeidsongeschikte leraren: zij zullen toch wel een verzekering hebben gehad? Toen ik de mannen van het bankje zag, wist ik dat ik geen geld kon geven. De Highschool teacher stelde voor om even om de hoek te gaan staan maar ik zei dat ik het voor mezelf niet kon maken. Als ik het had gedaan, had ik elk van de daklozen graag hetzelfde bedrag willen geven. Het punt was dat ze helemaal niet om geld vroegen.
We worden ook regelmatig gebeld door mensen die verbonden zijn aan de politie of de narcotica-brigade met de vraag om een donatie. Ze doen het heel slim, die mannen: na een inleiding waarin ze zich voorstellen en zeggen wat de reden is van hun telefoontje vragen ze of je 20 of 50 dollar wilt doneren? Ons antwoord is dat we dat niet willen. Hij zegt dan dat minder natuurlijk ook prima is.
Nee, wij geven helemaal niets voor de weduwen van doodgeschoten agenten/narcotica-brigadiers. Wij zijn van mening dat de Amerikanen moeten stemmen op iemand die het geld beter verdeelt.
Onderweg naar University heb ik me weer verbaasd over en heb ik genoten van de prachtige tuinen, parken en parkjes. Snelwegen worden mede onderhouden door burgers en –vaker- bedrijven. In ruil voor een regelmatige schoonmaakactie krijgen ze een bord langs de weg waarop hun naam staat. Hoe zal ik het zeggen: rare jongens, die Amerikanen.
Het achtergrondblauw van dit blog benadert de kleur van de lucht, zoals we die hier na de ochtendkoffie de hele dag zien. 's Ochtends is het vaak bewolkt, langzamerhand klaart het op en de rest van de dag blijft de lucht prachtig helder blauw. Het blijft mooi om te zien, tussen de bomen door. We genieten van de schaduw in onze tuin en maken vaak graag meer.Sinds een paar dagen hebben we via de Amerikaanse Marktplaats - Craigslist - een nieuwe tuinset. Degelijke tafel, uit te breiden van 6- naar 8-persoons, stoelen en een grote ligstoel, die ik overigens nog niet heb kunnen gebruiken.De laatste paar weken hadden we een druk programma, vooral met allerlei bijzondere activiteiten op school. De laatste schooldag was 11 juni en we hebben nu nog 10 weken vakantie tot Tjerk op z'n nieuwe school begint en Hidde op de pre-school. We hebben het zwembad ontdekt, waar we lekker op de fiets naartoe kunnen (weten jullie allemaal eigenlijk al wel dat de zwembadjes die alle Nederlandse kinderen tot hun A-diploma om hun armen dragen, levensgevaarlijk zijn?!, aldus het Amerikaanse Rode Kruis). We hebben telefoonnummers uitgewisseld met drie jongetjes uit Tjerk z'n klas en ontdekt dat hier in de buurt ook jongens van zijn leeftijd wonen. Waar die zich overdag schuilhouden is mij nog steeds een raadsel. Een van de zegeningen van Amerika is dat er veel parken zijn met prachtige speeltoestellen en veel zand. Ook op fietsafstand. Verder vermaken de jongens zich samen ook heel goed. Meestal. De tuin is groot genoeg en ze hebben natuurlijk al hun speelgoed. Vandaag ontdekten ze een knutseldoos die nog dicht was en hebben ze lekker gekleid.Nu gaan we fietsen.Vandaag of morgen komen er twee nieuwe artikelen bij, over Koninginnedag in Silicon Valley en over de laatste schoolweken waarin ik een paar bijzonderheden uitgebreid vertel, zoals de Awards Assembly en Tjerk's Graduation, iets over de gevaren in Amerika en een laatste stuk met diversen, onder andere over wat we de laatste tijd hebben gedaan.Groet! En het blijft fijn om ook van jullie te horen!

woensdag 11 juni 2008

einde van het schooljaar; Tjerk's Graduation from Kindergarten

Aan het einde van het schooljaar was het enorm druk met testen, ook voor de Kinders (zoals ze de kinderen in Kindergarden noemen), sportdag, twee voorstellingen, tea en picknick, een optreden van een band van een andere school en nog meer activiteiten.

Een week of twee voor de vakantie werd ik, als vrijwilliger, uitgenodigd voor een tea. Alle vrijwilligers hadden daarvoor een uitnodiging gekregen, als dank voor hun hulp het afgelopen schooljaar. Er is hier veel ouder-hulp in de klas. Ik hielp twee ochtenden per week wanneer de kinderen in hun vaste groepjes aan een tafeltje gingen zitten om te rekenen of andere opdrachten te doen. De vorige keer dat ik over rekenen schreef waren ze bezig met sommetjes die eindigden op 9, dat ging door tot en met 12. Inmiddels hebben ze ook al aftreksommen gedaan. Alles doen ze met plaatjes erbij: er zijn acht hondjes, drie rennen weg, hoeveel zijn er over? Of ze moesten bijvoorbeeld de getallen tot en met dertig op een blaadje schrijven, tien getallen per rij, dus een kind dat het systeem doorhad kon makkelijk doorschrijven tot en met honderd. Hidde was zó gefrustreerd dat het hem niet lukte om dat mee te doen, dat hij uit ellende maar ging kleuren.

Awards Assembly
Een week voor de laatste schooldag was het Awards Assembly: een bijeenkomst in de multi, een zaal die gebruikt wordt voor lunch, optredens en andere samenkomsten. Wij waren bij de Assembly van Kindergarden, de vier klassen (van elk 20 kinderen) bij elkaar.
Elk kind kreeg een Award. Per categorie werden de kinderen naar voren geroepen: voor rekenen, of lezen, of spelling, of nog andere categorieen. Tjerk kreeg een Award voor Engels. De Award is een diploma op mooi papier. Er staat op:
Certificate of Achievement, awarded to Tjerk Bleeker for Learning English.
Het is inderdaad een diploma waard.
De testen die de Kinders aan het eind van het jaar kregen waren voor diverse aspecten van lezen, schrijven en rekenen. Tjerk heeft het prima gezien, zeker gezien het feit dat hij hier nog maar drie maanden op school zit! En in deze korte periode heeft hij zo goed leren lezen, schrijven en rekenen én Engels spreken dat hij nu met vrijwel alles op het niveau van ‘einde Kindergarden’ is. Hij heeft overal goed op gescoord: 3 uit 4 en 4 wordt alleen gegeven als iemand ergens echt in uitblinkt. Het is geen wonder dat hij de laatste twee weken voor de vakantie verschrikkelijk moe was. Hij huilde snel, was mekkerig en hangerig. Ik probeer me wel eens voor te stellen hoe het voor mij zou zijn om in Brazilië gedumpt te worden en daar in een organisatie terecht te komen waar de regels allemaal net anders zijn dan ik gewend ben, waar ik de taal moet leren, waar ik dingen moet doen die ik nog eens niet geleerd had in mijn eigen taal. Wat dat betreft denk ik wel eens dat Tjerk het in deze eerste periode het zwaarst heeft gehad. We zijn erg trots op hoe hij het tot nu toe heeft gedaan en wat hij bereikt heeft.
Grappig om het verschil tussen Tjerk en Hidde te zien. Tjerk was in het begin op school afwachtend: keek wat en hoe de andere kinderen deden en volgde dan. Ging wel al vrij snel meepraten in de klas maar wilde graag weten of hij het goed zei – ‘Mem, hoe seist yn it Ingels dat ik mei heit te mountainbiken west ha en dat ik fan de berch ôf stunten bin?’ (Mam, hoe zeg je in het Engels dat ik met papa ben wezen mountainbiken en dat ik van de berg af gestunt ben?). Of zoiets. Ik hoorde Hidde laatst tegen het buurjongetje zeggen: ‘Look it, look at the slak’. Die praat gewoon maar een eind weg, guys.

Aansluitend aan de Awards Assembly was er de Family Picnic op het terrein naast de school, lekker in de schaduw onder de bomen. Er waren veel gezinnen die allemaal iets hadden meegenomen en op de picnic-tafels gezet om te delen. Opvallend veel koekjes! Wij hadden behalve een kom witte druiven ook onze dropjes in de strijd gegooid, grappig om de reacties te zien op de smaak van de munten en sleutels.

alweer afscheid van de klas
Een paar dagen voor het einde van het schooljaar hebben Tjerk, Hidde en ik afscheid genomen van de klas en de juffen. Ik had uitdeeldingetjes gekocht - Tjerk: “Voor de jongens? Auto’s natuurlijk!” Ja, natuurlijk, domme vraag, en voor de meisjes had ik kleur- en verfsetjes en andere knutsel-frutsels, een boekje of een dierenwashandje, voor elk meisje iets anders. We mochten op de stoel van de juf en ik zei dat we iedereen erg zouden missen, dat we in Nederland bij het afscheid uitdelen en dat we dat hier ook graag wilden doen. Tjerk ging met de doos rond en het was ontroerend om te zien hoe enthousiast de kinderen waren over hun kadootjes. Twee meisjes die zo op elkaar lijken dat zelfs de juffen ze nog door elkaar halen, Sheralyne en Kieli, beide met lang zwart haar, hispanic, beetje mollig, meisje-meisjes, renden achter Tjerk aan, gaven hem een hug en wilden ook nog elk aan een kant naast hem zitten! Dat was een beetje te veel voor Tjerk; hij rende gillend en grappend weg. Het was mooi hoe kinderen Tjerk en ook mij bedankten, door het gewoon te zeggen of met een hug. Ik zal ze missen, deze jongens en meisjes. Ik vraag me vaak af hoe het hen over twintig jaar zullen gaan, hoe hun leven er uit zal zien, hoeveel jaar onderwijs ze nog zullen (kunnen? mogen?) volgen. Er zijn veelbelovende kinderen bij, leergierig en slim, en met een mooi karakter. En een zeer onzekere toekomst. Want in de Pledge of Allegiance to the Flag zeggen ze wel zo mooi dat in het beloofde land ‘justice for all’ is, maar in de praktijk heeft niet iedereen gelijke kansen: de beste scholen liggen in de duurste wijken, bijvoorbeeld. En als je maatjes allemaal veel geld verdienen met wie weet wat voor handel, dan moet je wel sterk in je schoenen staan om uit de gangs te blijven en in de school.
Een klein uitstapje naar Rengstorff Park: ik dacht dat gangs een typisch stadsverschijnsel was. Totdat ik er in het lokale sufferdje van Mountain View over las. En bij de weekbrief van school een uitnodiging kreeg voor een informatieve avond met als onderwerp hoe ik zou kunnen voorkomen dat mijn kind/eren in een gang zouden belanden (ja, dat is nog eens iets anders dan een thema-avond van de Oudervereniging over tv-kijken of Lentekriebels). Toen ik de militairen die bij ons in het appartementengebouw woonden vertelde dat we weleens naar Rengstorff Park gingen en dat ik daar het gevoel kreeg in Latijns Amerika te zijn omdat wij het enige blanke gezin waren tussen de vele en gevarieerde hispanic bezoekers, zeiden ze dat dat het park is waarin ’s avonds de gangs rondhangen. Oh. Oh?! Zo dichtbij kan het dus komen. Tegelijkertijd is het hier dorpser, in de zin van veiliger, dan in Werkhoven: er wordt veel minder gestolen, ingebroken en vernield. En echt, het is nog veel rustiger.

Vanuit het park terug naar school voor de laatste schooldag.

Graduation
Voor Tjerk was de laatste schooldag op 11 juni Graduation. Elke keer wanneer een kind voor het laatste jaar op een school is en het jaar daaropvolgend naar een nieuwe school gaat, is er Graduation. Dus van Kindergarden naar first grade en vervolgens steeds wanneer ze naar een andere school/type gaan (bijvoorbeeld aan het eind van de lagere school en ook in het laatste jaar van High School voordat ze naar University gaan). Zoals de juf zei toen ze de kinderen uitlegde wat er bij Graduation zou gaan gebeuren: elke Graduation is belangrijker, want voor elke volgende Graduation heb je harder gewerkt en daarom heb je ook steeds mooiere kleren aan. Deze keer mochten de kinderen zelf liedjes zingen maar als ze groter zijn geven ze soms zelf ook een speech, nadat de juffen over het afgelopen jaar een toespraak hebben gehouden.

De Kinder-graduation werd in de eigen klas gehouden. Alle ouders waren uitgenodigd en iedereen mocht ook grootouders, ooms en tantes meenemen. Hartverwarmend om te zien hoeveel familieleden van de kinderen gekomen waren, al waren er natuurlijk ook twee kinderen voor wie er niemand was, simpelweg omdat de ouders moesten werken en onmogelijk vrij konden nemen.
Allereerst vertelde de juf over de kinderen in het afgelopen jaar. Over hoe ze binnengekomen waren als vijf-jarigen en hoeveel ze geleerd hadden. Daarna zongen de kinderen vier liedjes die ze zelf een dag eerder hadden uitgekozen. Vervolgens liet de juf een filmpje zien, een compilatie van een kwartier van een selectie uit de meer dan duizend foto’s die ze het afgelopen jaar had gemaakt: zomaar in de klas en ook bij bijzondere activiteiten en uitstapjes, met toepasselijke liedjes erbij. Ontroerend. En ook verrassend om te zien hoeveel erg leuke dingen ook deze kinderen het afgelopen jaar in/met de klas hadden gedaan.
Toen kwam de uitreiking van de diploma’s. De juf hield een inleiding over een kind, over wat haar opgevallen was aan hem of haar, en wij mochten raden over wie het ging. Over Tjerk zei ze dat hij de nieuwe snelste van de klas was, en ‘Watch out Indy 500, here comes Tjerk!’, en over het fietsen, het racen en stunten. Ze eindigde met lof over zijn houding en hoe ontzettend veel hij in de afgelopen drie maanden geleerd had: hij kwam vers uit Nederland zonder dat hij Engels sprak en nu doet hij mee als alle andere kinderen in de klas.
Dat is ook zo. Met Carlos kan hij enorm giebelen en keten – die twee samen herinneren me af en toe aan Tjerk en Casper samen in de klas.

Na afloop was er pizza van de juffen en hapjes en limonade die de ouders meegenomen hadden. Tjerk kreeg, net als een paar andere kinderen, een enorme zilverkleurige ballon met zwarte en goud- en zilverkleurige figuren en in grote letters GRAD. Verder had ik voor hem een doos olie-pastelkrijtjes en een groot schetsboek gekocht. Het was erg leuk om mee te maken, heel feestelijk, een prachtige afsluiting van Tjerk’s eerste schoolperiode in Amerika.