maandag 16 juni 2008

gevaarlijk

We hadden geen idee dat Amerika zo gevaarlijk was, of misschien moet ik het anders zeggen: dat zo veel dingen gevaarlijk zijn in Amerika. En dat de mensen hier zo bezorgd zijn, of meelevend, dat ze zich zo bekommeren om anderen.

In winkels kunnen veel gevaarlijke situaties ontstaan. Namelijk wanneer een kind in een winkelwagentje klimt. Of wanneer een kind naar buiten loopt om in de auto-die-voor-een-kwartje-beweegt-en-geluid-maakt te gaan zitten terwijl ik saai boodschappen doe. Dan is er meteen iemand die me waarschuwt: ‘je kind klimt in een winkelkarretje’, of, in het andere geval: ‘je kind is naar buiten’. Dan zeg ik dank je wel, en glimlach. En denk dat het daarmee klaar is. Soms voeg ik er nog aan toe dat het mocht van mij. En denk ik dat het daarmee misschien dan wel klaar is. Maar dan kijken ze me nog aan alsof ze iets van me verwachten, alsof ze willen dat ik iets doe.
In hoeverre kan ik hier verantwoordelijkheid nemen, of heb ik hier nog verantwoordelijkheid, over mijn eigen kinderen?

Nog in het appartement was Tjerk een keer met de ligstoelen bij het zwembad aan het spelen. Hij maakte een lange baan van de stoelen om te voorkomen dat hij in ‘het haaienwater’ zou vallen – overal zijn volgens Tjerk en Hidde haaien of krokodillen, daarom mag je bijvoorbeeld niet op de witte lijnen op de weg stappen of op de scheuren in het asfalt. Als je dat wel doet, wordt je opgegeten.
Iemand van het personeel zei me dat Tjerk maar moest ophouden met het spelen met de stoelen. Ik zei dat we alles uiteraard weer terug zouden zetten en dat ik het prima vond als hij over de stoelen liep en dat ik hem natuurlijk zou verzorgen als hij zich zou bezeren. Het bleek onvoldoende: de manager kwam om te zeggen dat dit soort gevaarlijke spelletjes echt verboden is. Ik verzekerde haar dat ik Tjerk zelf naar de dokter zou brengen en onze eigen ziektekostenverzekering aanspreken. Zo werkt het hier niet: als er hier op het terrein iets gebeurt, ook al is het geheel buiten hun schuld, gaat de verzekeringspremie omhoog. Californië heeft wat dit betreft zo’n beetje de meest rigide regels van alle staten. De manager zei ‘als mensen de lotto niet kunnen winnen, gaan ze ergens een claim indienen om rijk te worden’. Wat een land, wát een land.
En het wordt nog gekker want toen Erwin daarna een keer de jongens zocht om dat we gingen eten, vond hij ze op het dak! Het hek voor de trap die daar naartoe gaat is open en een hek of andere vorm van afscheiding ontbreekt.
Toen ik dat meldde, vertelde de manager dat ze bijna een jaar met de brandweer in discussie waren geweest over dat bewuste hek. De brandweer heeft zwart-op-wit verordend dat het hek ten allen tijde open moet zijn; er mag geen enkel slot op. De reden? Pure machtsuitoefening, aldus de manager.
Ik vond ’t heel bijzonder dat twee overheidsinstanties elkaar zo tegenspreken met hun regels op het gebied van veiligheid; het lijkt mij gevaarlijker dat de jongens zonder belemmering het dak op kunnen lopen dan dat Tjerk op een stoel staat.

Andere gevaren zijn er in het zwembad. Natuurlijk let ik altijd goed op mijn kinderen. ik lig wel eens een boekje te lezen maar kijk dan regelmatig even of ik ze nog zie. En ik heb hen goed geïnstrueerd, vind ik zelf, want als er met de één iets aan de hand is, dan roept de ander me. Ik let niet alleen op Hidde, ook op Tjerk. Die zou zich bijvoorbeeld kunnen verslikken, wat wel eens gebeurd is in het zwembad bij het appartement. Er kan van alles gebeuren in een zwembad en het ergste is dat mijn kind zou verdrinken, natuurlijk. Dus zorg ik er voor, voor zover het in mijn macht en mogelijkheden ligt, dat ik dat voorkom. Eén van de voorzorgsmaatregelen die ik hiervoor neem, is om Hidde z’n spierballen om te doen, de oranje-blauwe armbandjes die moeten worden opgeblazen en waarmee zijn hoofd boven water blijft en hij kan zwemmen.
Afgelopen week, op de tweede vakantiedag, gingen we voor het eerst naar het zwembad een paar blokken hier vandaan, in Menlo Park. De jongens gingen in het peuterbadje en waren heerlijk aan het spelen. Niets aan de hand, tot het moment waarop Hidde z’n bandjes om wilde omdat hij ‘onder water’ wilde zwemmen. Ik begon te op te blazen nadat ik ze om zijn armen had geschoven. De badjuffrouw kwam er aan en zei dat deze bandjes verboden zijn. Ik vroeg als volbloed Nederlandse naar het waarom van dit verbod. Haar antwoord: wanneer een ouder een kind dit soort bandjes om doet, let de ouder niet meer op en kan het kind verdrinken. Ik was echt een beetje boos om de suggestie dat ik - en mij met alle andere ouders - zo weinig verantwoordelijkheidsgevoel zou hebben. Ze zei dat het nou eenmaal een regel was. Van het Rode Kruis, nota bene. Een andere moeder die dezelfde instructie had gekregen, zei sorry en deed de bandjes af. Kennelijk is het hier ongebruikelijk om naar het waarom van ge- en verboden te vragen. Erwin zegt weleens dat het hier in dat opzicht nogal Duits is: regels zijn regels.
Later vroeg Hidde nogmaals om zijn bandjes en de badmeester die inmiddels de wacht had overgenomen van zijn collega, liet het gebeuren.
Toen we in het diepe gingen deed ik ze toch maar weer om. Een ander kwam naar me toe om me nogmaals de bandjes te verbieden. De reden die hij opgaf is dat ze af kunnen glijden en dat het kind dan kan verdrinken. Aaaaargh! Ik zei nog dat ik die dingen al zes jaar gebruik, dat ik dat nog nooit heb meegemaakt en dat ik ook nog nooit heb gehoord dát deze bandjes ooit afgezakt zijn en daardoor een kindje is verdronken. Verloren zaak natuurlijk, wat een onzin om iets terug te zeggen. Regels zijn regels. Ik vroeg: ‘En dan?’ Hij leek z’n schouders op te halen en mompelde iets. Gelukkig hadden we twee drijfbandjes bij ons waarvan slechts de ene lek was (echt waar, da’s geen geintje), dus Hidde kon lekker in de hele drijven. En natuurlijk ben ik bij hem gebleven.
Maar goed, jullie zijn gewaarschuwd, aan mij heeft het niet gelegen.

Verder voel ik me toch verplicht om jullie Nederlanders te laten weten dat fietsen heel gevaarlijk is. Bijna net zo gevaarlijk als rennen, of even gevaarlijk. Of misschien zelfs gevaarlijker, maar dat weet ik nog niet.
Fietsen is zelfs zo gevaarlijk, dat je in een dorp als Menlo Park, waar meer auto’s rijden dan in Werkhoven maar veel rustiger en waar automobilisten in zo’n wijde boog om fietsers heen sturen dat ze op de andere weghelft, waar toch geen verkeer is, terecht komen – als ze de fietsers zien tenminste want bij het rechtsaf slaan moeten de automobilisten hier nog leren om over hun schouder te kijken om te zien of er misschien een exotisch verschijnsel als ‘fietser’ aankomt (Erwin is al gesneden, ik heb een paar keer dergelijke situaties gezien en zelfs Tjerk is een keer bijna platgereden door een vrouw die ons vlak daarvoor inhaalde; haar reactie was dat hij ook wel heel erg hard ging. Ja, hallo, we hebben het hier over Tjerk, mevrouw, onze race-Tjerk! En wist u al dat alle fietsers hard gaan, veel harder dan u denkt? Het was werkelijk een hopeloze missie hoewel ik nog wel heb gezegd dat ze voortaan over haar schouder moest kijken) – zo gevaarlijk dus, dat je ook als volwassene altijd en overal een helm moet dragen.
Het is als volgt: kinderen tot 18 jaar moeten een helm op. Maar volwassenen, als ik hier in bovengenoemde situatie een helm op moet, dan moeten jullie het ook in Friesland, Naarden, Werkhoven, Midden-Beemster, een slaperige Groningse buitenwijk en andere plaatsen in Nederland. Op de gewone fiets, met kinderzitjes voor- en achter op, in slakkengang met de jongens naast me. De man die zei dat ik toch ook echt een helm op moest, bleef maar aanhouden. Ik maakte een grapje door te zeggen dat ik ouder dan 18 was en bedankt voor het compliment. Hij ging door en had het er over dat mijn hoofd veel harder is dan dat van mijn kinderen. Ik beaamde dat ik inderdaad stubborn ben. Hij volhardde. Ik dacht dat hij een beetje kierewiet was maar hij zei dat hij een para-medic was, die echt de meest vreselijke resultaten van fietsongelukken had gezien. Een zeer begaan type, zou je kunnen zeggen. Ik vond het vooral een doorzeurende bemoeial.

Ook kartonnen dozen leveren de nodige gevaren op. Je kunt er boodschappen in doen (waar ze hier nog niet opgekomen zijn; als ik om een doos vraag met die bestemming, raken ze altijd helemaal in de war), je kunt er spullen in doen om te verhuizen of om op zolder of in de garage te zetten, je kunt er een bioscoop van maken als je een getalenteerd knutselaar bent (zoals Tjerk’s vriendinnetje L), of je kunt er natuurlijk gewoon in gaan zitten en doen alsof het een boot is, of een race-auto, of een huis. Of gewoon doen dat het een doos is en dat je in een doos zit. Hidde deed dit laatste een keer in een winkel: hij zat in een kartonnen doos en die doos stond op de grond. Hij zat en kletste tegen mij. En wat zei de winkelmedewerkster die langs liep en dat zag: dat hij uit de doos moest gaan omdat het gevaarlijk was! Zo verbaasd als toen ben ik zelden geweest. Ik kan me na dit soort incidenten wel voorstellen dat ik nog weer eens zo verbaasd zal worden, eerlijk gezegd.
Op een kinderfeestje (waarover elders meer) ontmoette ik een Amerikaanse die net terug was van een paar jaar Zwitserland. Zij merkte op dat de Zwitsers zich zo enorm konden bemoeien met anderen en –let op- dat de Amerikanen dat nooit zouden doen. Ik noemde de voorbeelden van de kartonnen doos en de man die doorzeurde over mijn ontbrekende fietshelm en beide dames met wie ik in gesprek was vonden dat ook wel erg ver gaan.

Hartelijk zijn ze, spontaan en behulpzaam. En bemoeizuchtig, die Amerikanen! En living on the edge, dat heb ik nu wel in de gaten; dagelijks trotseren ze manmoedig vele gevaren. Dat zal hun pioniers-verleden wel zijn, het avonturiersbloed dat door hun aderen stroomt.
Tegelijkertijd kunnen ze bij wijze van spreken hun eigen schoenveters nog niet vastmaken, ze zouden een ander nog de schuld geven als ze over hun eigen voeten struikelen. En dit is een interessante paradox: enerzijds zijn de Amerikanen (die natuurlijk niet bestaan, elke Amerikaan is weer anders dan de andere) erg individualistisch, wil hij veel zelfbeschikkingsrecht en eigen keuzes kunnen maken, anderzijds zijn er zo veel regels en worden de kinderen enorm beschermd, zozeer dat het hun bijna onmogelijk wordt gemaakt om te leren voor zichzelf op te komen, ruzie te maken, grenzen af te bakenen – al die sociale vaardigheden die Nederlandse kinderen in de zandbak leren terwijl de ouders op de rand met elkaar kletsen en af en toe even kijken of er geen bloed vloeit, bij wijze van spreken. Ik zet mijn onderzoek van harte voort, na de vakantie meld ik me zeker weer aan als klasse-hulp op de nieuwe, blanke school van Tjerk, die veel academischer en competitiever is dan de hispanic school waar hij Kindergarden op gedaan heeft. Ik houd jullie op de hoogte.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Nogmaals een test. Komt deze wel over??>
Laat svp even weten via de gewone meel.
Gr
Pa

Anoniem zei

Hallo Ageeth, Erwin, Tjerk, Hidde.
Met veel genoegen Ageeth haar verhaal over alle "gevaarlijke stunts" van de jongens gelezen en de reacties van de omstanders daarop. Hoe anders (hoeft niet slechter te zijn) kunnen mensen toch denken.
Je wordt toch een produkt van je omgeving als je daar je levenlang hebt gewoont. Jelle Bleeker gaat zeker een gewoon brood bakken met z'n meel.
Groetjes Meike.

erwin, ageeth, tjerk en hidde zei

ha Meike,
en laatst hoorde ik: eamelje lijkt veel op e-maile... ik heb weer 's lekker hardop gelachen, dank!